augustus 2022
Dit jaar vindt in de hoogste categorie van het modelvliegen op het gebied van racen (F3D Pylon Racing) het wereldkampioenschap plaats tijdens 8-14 Juli in Muncie (Indiana, USA). Team Lentjes behaalde op het WK in 2019 (Australië) een welverdiende 4de plaats. De drang was dus groot om dit jaar een podiumplaats te behalen. De vele nieuwe ontwikkelingen, zoals het ontwerpen van een eigen propeller (zie vorig verslag), schept hoge verwachtingen. Na enorm veel onverklaarbare technische tegenslagen behaalde ze toch nog een 5de plaats.
Team Lentjes (vader Wim en zoon Bram) zijn hun hele leven al gepassioneerd door Pylon Racing. Na het behalen van de Europese titel in 2021 is het hun droom om één keer wereldkampioen te worden. Uit 12 verschillende landen werd de top 30 van de wereld samengesteld om in Muncie te strijden voor de wereldtitel, m.a.w. lag de lat dus erg hoog.
Omstandigheden en tactiek
Het is algemeen geweten dat de weersomstandigheden in Muncie erg moeilijk zijn om een betrouwbare en snelle setup samen te stellen. In de zomerperiode is het rond de 33°C, heerst er een lage luchtdruk (975 hPa) en schommelt de relatieve vochtigheid behoorlijk. Om hierop in te spelen vetrokken we al vroeg richting Amerika om vele testvluchten te maken op het uitgebreid modelvliegveld van de AMA (Academy of Model Aeronautics). Twee testdagen waren ingepland. De eerste dag werd er getest met de minder krachtige motoren en op de tweede dag met de betere motoren. Al snel zagen we aan de hand van onze uitgebreide data-analyse dat het inderdaad erg lastig was om snelheid te vinden, desondanks onze setup wel vrij betrouwbaar was. Enkele aanpassingen aan de setup zorgde ervoor dat we de tweede testdag met onze 2 beste motoren relatief snel waren, 320 km/h gemiddeld, ongeveer 10-15 km/h trager dan in Europa.
De dag voor de start van een WK wordt er altijd een ‘official practice’ gehouden. Hierin krijgt elke piloot 10 minuten de tijd om rond het driehoekig parcours te vliegen. Tevens is er een jury aanwezig en worden de tijden nauwkeurig gemeten. Wij konden 3 vluchten maken en behaalde tijden rond de 57-59 seconden, behoorlijk goed in deze weersomstandigheden. Toch schrokken we van de adembenemende snelheid van Emil Broberg (Zweden) en de Amerikanen. Zij vlogen wel tijden rond de 56 seconden!
Het WK zelf bestaat uit 4 dagen? De eerste 3 dagen moet elke piloot telkens 4 vluchten maken en op de laatste dag worden er nog 2 vluchten per piloot gemaakt. In het totaal maakt elke piloot dan 14 vluchten, waarvan de 11 beste tellen. Het is dus eerder een marathon dan een sprintrace!
WK Dag 1: Een moeilijke start
Tijdens de trainingen merkte we al op dat de wind erg wisselvallig kon zijn. Soms was het windstil en enkele minuten later stond er een wind van wel 25 km/h. Dit maakt het extra lastig om kort achter pylon 1 te draaien, aangezien deze pylon 180 meter van ons af staat. De eerste vlucht waren we behoorlijk op snelheid, maar kregen na de vlucht een tijd van 63.45 seconden te zien op het scorebord. Uit de data-analyse bleek dat het vliegtuig sneller was dan in de trainingen en we te weinig rekening hadden gehouden met de wind. Als gevolg vlogen we veel te diep achter pylon 1 en verloren dus enorm veel tijd.De tweede vlucht ging het al beter aangezien we een tijd van 60.29 seconden vlogen, maar het kon nog korter. We namen het risico en vlogen een tijd van 58.49 seconden. Eindelijk hadden we het onder de knie! De vlucht daarop viel de motor na enkele rondes op een merkwaardige manier stil en dus werd er een straftijd van 200 seconden aangerekend. Na de motor te inspecteren merkten we op dat de krukas beschadigd was door een probleem in de lagering, een gekend maar zeldzaam fenomeen onder de piloten. Na dag 1 strandde we op een magere 7de plek. Gelukkig is nog niets verloren en doen strijdwaardig verder.
WK Dag 2: Op weg naar het podium
De snelste motor herstellen was onmogelijk en we gingen dus met onze tweede beste motor maar aan de slag. Door de hoge vochtigheidsgraad in de ochtend lukte het ons niet om de motor op de resonantie pijp te krijgen, een cruciale zaak om een vlucht te kunnen maken. Hierdoor moesten we het kopvolume van de motor behoorlijk verlagen. Dit gaf ons gemengde gevoelens omdat we in Europa nog nooit met zo een laag volume hadden getest, maar natuurlijk hadden we ook nog nooit in deze weersomstandigheden gevlogen. Toch gingen we erg snel en behaalde tijden van 58.57, 60.12 en 58.56 seconden. Zo klommen we naar boven in het klassement want de concurrentie maakte fouten. Om de dag af te sluiten lieten we nog éénmaal zien tot wat we in staat waren en vlogen een 57.99! Deze enorm goede resultaten zorgde ervoor dat we na dag 2 op de 3de plaats stonden.
WK Dag 3: De onverklaarbare technische problemen
Uit de data-analyse van de 57.99 zagen we dat de motor uit het niets 400 RPM meer draaide dan ervoor en het vliegtuig was dus sneller dan ooit tevoren. Een uitgelezen kans om tijden rond de 56 seconden neer te zetten en zo op te rukken richting de eerste plaats. In de eerste vlucht van deze dag viel jammer genoeg opnieuw de motor stil. Weer zagen we dat de krukas beschadigd was door hetzelfde probleem met de lagering. Wat een ongeluk! We hadden dit probleem nog maar 2 keer in 8 jaar meegemaakt en nu 2 maal op 2 dagen! Zo vlogen we de komende 3 vluchten met onze 3de beste motor, maar deze draaide elke vlucht slechter en slechter. Dit resultaat was ook zichtbaar in de gevlogen tijden van 61.74, 61.68 en 62.13 seconden. Wat was er toch aan de hand? Toen we de motor uit elkaar haalde was het direct duidelijk dat de zuiger erg fel aangetast was, onmogelijk om nog verder te vliegen met deze motor. We strandde uiteindelijk na dag 3 op een 5de plaats. Een 3de plaats was nog mogelijk indien we op de laatste dag nog twee bloedsnelle tijden zouden neerzetten. Maar hoe?
In diezelfde avond deden we nog 5 testvluchten met diverse setups, maar niets was snel. We hadden nog 1 keuze en dat was om onze motor “MB4” in te schakelen. Deze motor is een fenomeen op zich, vaak onbetrouwbaar, maar soms gaat deze bloedsnel! Waarom weten we niet. De onbetrouwbaarheid zorgt ervoor dat deze onbruikbaar is om een volledig WK mee te vliegen. Gelukkig moesten we nog maar 2 vluchten maken, het was dus alles of niets!
WK Dag 4: De laatste kans
De voorlaatste vlucht brak aan, de MB4 deed op de grond zijn werk en vertrok bij de start richting pylon 1. Net voordat Bram de eerste bocht wilde maken viel de motor stil. Weer een 200! Hoogstwaarschijnlijk stond de motor te rijk bij de lancering en kon deze onze krachtige, maar veel belastende propeller niet trekken, mede door zijn onbetrouwbaarheid. We hadden nu 3x een 200 op het scorebord staan en nu kunnen we ons geen 200 meer permitteren, aangezien we anders onze 5de plaats verloren en zo zouden naar achter worden gekatapulteerd in het eindklassement. Een 3de plaats zat er niet meer in, maar wel een 4de . Hiervoor moesten we de Amerikaan Randy Bridge (wereldkampioen 2007 & 2015) weten te verslaan door een 57.17 te vliegen. Een zowat onmogelijke opdracht, maar wij geven nooit op. Een kleinere diameter van propeller, minder motorkoeling en de resonantiepijp wat heter maken op de grond, zou ervoor moeten zorgen dat deze motor niet opnieuw stil zou vallen. Indien dit lukt wisten we dat er een kans bestond dat de MB4 zijn topvermogen zou kunnen leveren.
In deze laatste vlucht, deed de MB4 precies wat we gehoopt hadden. Bloed en bloedsnel ging ons vliegtuig en de motor draaide onwaarschijnlijk goed. Bram vloog zo kort als hij kon rond de pylonen en nam veel risico, alles voor de 4de plaats. Na de vlucht stond er een 55.81 op het scorebord, de snelste tijd van heel het WK!!! Na deze euforie kregen we toch te horen dat Bram één keer voor pylon 3 had gedraaid en dus werd Bram een 61.39 aangerekend. Deze pylon cut werd ons niet medegedeeld tijdens de vlucht, terwijl dit altijd zichtbaar zou moeten zijn. Na een discussie met de jury was het onmogelijk om deze pylon cut te laten wegvallen, noch een reflight te krijgen. Dit zorgde ervoor dat ons de 5de plaats werd toegekend op dit WK.
Conclusie
De opeenstapeling van alle technische problemen zorgde ervoor dat we onze droom niet hebben kunnen verwezenlijken, noch mee te strijden voor een podiumplaats op dit WK. Technische problemen horen nu eenmaal bij deze technische sport en kan zelfs de allerbesten overkomen. Aan de andere kant hebben we dit WK wéér enorm veel geleerd, vooral over de motorafstelling in extreme weersomstandigheden. Toch mogen we niet klagen, onze nieuwe zelfgemaakte propeller heeft laten zien dat we qua snelheid meekunnen strijden met de wereldtop. Dit was niet het geval op het WK 2019 in Australië waar we 4de werden. Hier behaalde we deze plaats door de betrouwbaarheid van de setup en niet door de hoge snelheid.
Voor de rest was het een super WK! Het is altijd geweldig om de andere piloten uit alle uithoeken van de wereld weer in real life te ontmoeten, vooral na 3 jaar wegens de pandemie. De wereldtitel ging dit jaar naar Bram zijn boezemvriend Emil Broberg (24 jaar). De tranen liepen, uit blijdschap, van Emil en Bram hun ogen op het moment dat Emil wereldkampioen werd, net na de gevlogen pylon cut van Gino Del Ponte in zijn laatste vlucht. Emil en Bram mochten éénmaal dit WK samen vliegen, wat uitdraaide tot een prachtige vlucht. Voor velen één van de mooiste vluchten van het afgelopen WK. Deze vlucht werd door de GoPro camera van Bram opgenomen en is hier te bekijken:
Volgend jaar zal het WK plaatsvinden in Drachten (Nederland). Hierin gaan we opnieuw een poging wagen om de wereldtitel te veroveren en hopelijk met meer succes. Eerst strijden Bram en Wim nog mee voor de Europese en World Cup titel op het einde van dit jaar.
Graag zouden we de modelvliegclubs TMV en PMF willen bedanken, maar ook de BML en VML voor alle steun tijdens de afgelopen jaren.
Resultaten
Tekst en foto's: Bram en Wim Lentjes